🎣 Jaarverslag Roofvisvangsten Lure Fishing Guide 2025
- Thom Prüst
- 12 minuten geleden
- 4 minuten om te lezen
Inleiding
Het jaar 2025 liet zien hoe sterk de praktijk kan afwijken van langjarige gemiddelden. Sinds 2020 houd ik dagelijks de vangsten bij van iedere snoek, snoekbaars en baars. Die cijfers vertellen hun eigen verhaal: 2020, 2023 en 2024 waren topjaren, met al in november ruim boven de 1800 vissen. 2021 en 2022 waren beduidend minder, rond de 1500 vissen eind november. Maar 2025 spant de kroon — in negatieve zin. Eind november staan we op een bedroevend totaal van nog geen 1400 vissen.
Op basis van de jaren 2020–2024 maakte ik een prognose van het gemiddeld aantal te verwachten snoeken, snoekbaarzen en baarzen per dag. Ik verwachtte dat die gemiddelden hetzelfde rampjaarbeeld zouden bevestigen. Toch blijkt het genuanceerder te liggen. De maand juli heb ik uit de analyse gefilterd, omdat ik door vakantie slechts twee dagen gevist heb en dat een vertekend beeld geeft.

Totaal roofvis
Winter (jan–mrt): gemiddeld 7,28 vissen voorspeld, 5,97 gerealiseerd. Dat lijkt geen groot verschil, maar het betekent toch ruim één vis minder per dag. Geen schokkende afwijking, maar wel een teken dat de winter zwakker was.
Voorjaar (apr–mei): de wormentijd werd begroot op 18,7, feitelijk 17,6. Een vis minder per dag, maar ruim 17 vissen gemiddeld blijft een sterke score.
Zomer (jun–aug): juni zat bijna exact op de prognose. Augustus verraste positief: met 13,92 vissen per trip zaten we ruim drie boven het langjarig gemiddelde.
Najaar (sep–nov): september was nog in lijn met de prognose, maar oktober en november vielen zwaar tegen. Waar het langjarig gemiddelde 11,3 vissen per dag voorspelde, kwamen we uit op slechts 7,3. En dat in wat normaal ons topseizoen is.
Conclusie: De prognose overschat winter en voorjaar licht, onderschat de zomer, en overschat het najaar zwaar.

Baars
De baars is de grootste boosdoener van 2025. Behalve in februari en maart, waar de realisatie iets hoger lag dan de prognose, bleef de baarsvangst structureel achter. Vooral
april, mei, september en oktober waren dramatisch: waar gemiddeld 4–6 baarzen per trip verwacht werden, kwamen we niet verder dan 1,83.

Snoek
Ook de snoek bleef achter. Gemiddeld zouden we rond de 2 snoeken per dag moeten vangen, maar de realisatie bleef steken op 1,3. Vooral maart viel op: dé snoekmaand in de Biesbosch, samen met oktober, maar in 2025 slechts 1,27 tegen een langjarig gemiddelde van 3,14.

Snoekbaars
De snoekbaars redde het seizoen. Behalve in januari, oktober en november lag de realisatie meestal ruim boven het langjarig gemiddelde. Het eindresultaat: gemiddeld 9,71 vissen per dag, waarvan 7,11 snoekbaarzen.

Totalen
Van de 1379 gevangen vissen waren er ruim 1000 snoekbaarzen. De snoek tikte net geen 200 aan (199), vergelijkbaar met 2022. De baars was de uitzondering: slechts 170 exemplaren, terwijl zelfs de moeizame jaren 2022 en 2024 nog rond de 300 baarzen opleverden.
Bonusvissen
Naast de daggemiddelden en totalen zijn de kansen op een echte bonusvis altijd een belangrijk onderdeel van het seizoen. 2025 laat zien dat die kansen klein zijn, maar wel duidelijk meetbaar.
Metersnoek: 4,5%
90+ snoek: 8,5%
80+ snoekbaars: 0,4%
70+ snoekbaars: 2,3%
48+ baars: 5,3%
45+ baars: 10,6%
42+ baars: 12,9%
Wat deze cijfers vertellen: hoewel snoekbaars in aantallen gemakkelijk gevangen wordt vergeleken met snoek en baars, is de kans op een kapitale snoekbaars minimaal. Daar tegenover staat dat de kans op een grote snoek, áls je er één vangt, best aanzienlijk is: geen 15%, maar toch 13%. En bij baars is de verhouding nog opvallender: meer dan één op de vier baarzen die je vangt is groter dan 42 cm.
Kunnen we hieruit harde conclusies trekken? Misschien niet. Maar het zijn wel de keiharde cijfers van dit jaar, en ze laten zien dat 2025 niet alleen in aantallen maar ook in de verdeling van bonusvissen een bijzonder seizoen was.
Slotwoord
2025 bevestigt dat niet alleen de langjarige daggemiddelden niet gehaald zijn, maar ook de totale vangsten — vooral snoek en baars — ver achterbleven bij de verwachting. De hamvraag blijft: hoe kan dit? Veel gasten roepen: “Het kan toch niet zo zijn dat die vis weg is?” Maar ja, dat kan wel degelijk. Wat er niet zit, kan ik niet vangen of laten vangen. Ik ben ervan overtuigd dat er dit jaar simpelweg minder vis aanwezig was in het benedenrivierengebied Hollands Diep/Biesbosch.
Contact met Niels Houben van Regio Zuidwest van de Sportvisunie bevestigt die theorie. Hij wijst erop dat de vangsten in 2025 niet alleen bij roofvissers tegenvielen, maar ook bij karper- en witvissers. Het idee dat het Haringvliet en Hollands Diep te zout zouden zijn geworden, klopt niet: de sluizen stonden sinds maart vrijwel dicht en het zoutgehalte wordt continu gemonitord.
Wat wél aannemelijk is: de lage afvoeren van 2025. Stroming beïnvloedt migratie, doorzicht, verblijftijd van nutriënten en daarmee de ontwikkeling van fytoplankton. Dat fytoplankton vormt de basis van de voedselketen: minder stroming betekent minder plankton, minder aasvis, en uiteindelijk minder roofvis. In 2023 en 2024 was er veel afvoer en dus een rijkere voedselketen, in 2025 juist weinig. Dat contrast verklaart veel.
Maar er is ook perspectief. Zodra de afvoeren weer toenemen, zal de fytoplanktonproductie herstellen en daarmee de hele voedselketen. Dat betekent meer aasvis, meer roofvis en dus betere vangsten. Voor gasten is dit hét moment om te boeken: juist in jaren waarin de vis grillig is, leer je het meest over techniek, water lezen en strategie. En wanneer de omstandigheden straks weer verbeteren, ben je als visser klaar om te profiteren van een nieuw topjaar.
Wil jij zelf ervaren hoe het roofvissen in Hollands Diep en Biesbosch écht is, en klaarstaan voor de betere vangsten zodra de omstandigheden weer keren? Boek dan nu hier jouw vistrip en verzeker jezelf van een plek aan boord.













